Oudergesprekken

Kinderen zijn erbij gebaat wanneer ouders en pedagogisch medewerkers samenwerken. Een open en betrokken samenwerking met ouders is de basis voor een warme en opbouwende relatie met een kind.

Kinderdagverblijf SKDH Verzorger geeft kind de fles
Kinderdagverblijf SKDH Verzorger geeft kind de fles

Breng-/haalgesprekken

Een kind is gebaat bij een uitwisseling tussen ouders en pedagogisch medewerkers. Wanneer ouders weten wat hun kind de hele dag heeft meegemaakt, kunnen zij daar thuis nog eens op terug komen; in gesprekjes of in spelvorm. Zo helpen zij hun kind de ervaringen te verwerken en kinderen breiden hun woordenschat uit bij hun belevenissen.

Muurkrant

Op de muurkrant kunnen ouders en kinderen zien wat er die dag is gebeurd. De pedagogisch medewerker heeft gedurende de dag de belangrijkste belevenissen met de kinderen gedocumenteerd en op een centrale plek in de groep opgehangen.

Zodra de ouder binnenkomt, kan deze de muurkrant samen met het kind bekijken. Omdat het kind bij het maken van de krant betrokken is geweest, kan aan de hand van de steekwoorden aan de ouder uitleggen wat de tekeningen en foto’s voor hem betekenen. Samen met de ouder vindt hij/zij woorden bij de belevenissen!

De ouder heeft hiermee ook een middel om open vragen te stellen aan de Pedagogisch Medewerker. In plaats van: ‘Is het allemaal goed gegaan?” is de vraag nu gerelateerd aan de belevenissen van die dag.

Voorbeelden van vragen bij het ophalen

  • Wat heeft mijn kind (mee)gemaakt vandaag?
  • Beleefde hij/zij daaraan plezier?
  • Wat zag je hem/haar doen, waardoor je dat dacht?
  • Wat heeft hij/zij daarmee geoefend?
  • Wat heeft hij/zij daarmee geleerd?
  • Kan ik iets doen om het leerproces te ondersteunen? Bijvoorbeeld woorden, liedjes, activiteiten, rituelen thuis herhalen?
  • Iets meenemen naar het kindercentrum? Bijvoorbeeld kosteloos materiaal, foto’s van thuis, reservekleding? Iets bijdragen aan het thema?

Voorbeelden van info die ouders kunnen geven bij het brengen

  • Vertellen wat het kind thuis heeft meegemaakt
  • Wat zijn/haar belangstelling op dit moment heeft
  • Waaraan hij/zij thuis plezier heeft beleefd
  • Wat de ouder het kind zag doen, waardoor hij/zij dit dacht (concentratie, betrokkenheid, lachen)
  • Welke vaardigheden het kind momenteel thuis oefent
  • Wat heeft hij/zij pas geleerd?
  • Vertel wat de pedagogisch medewerker kan doen om het kind te ondersteunen. Bijvoorbeeld slaapgewoonte, voedingsgewoonte, bekende rituelen van thuis

Evaluatiegesprek plaatsing na drie maanden

Tijdens het eerste contact met ouders (het intake gesprek) maakt de pedagogisch medewerker een afspraak voor een volgend oudergesprek. Dit is een gesprek om de wenperiode te evalueren en vindt plaats binnen 3 maanden na plaatsing in de stamgroep. De mentor van het kind bespreekt dan met de ouders hoe de wenperiode is verlopen. Daarnaast is er ruimte voor informatie-uitwisseling over de verzorging, opvoeding en de ontwikkeling van het kind. Ook kunnen ouders verwachtingen, wensen en ideeën met betrekking tot het kindercentrum met de mentor delen. De mentor voert het gesprek aan de hand van een speciaal hiervoor ontwikkeld formulier.

Jaarlijks 20-minutengesprek

De medewerkers in de kindercentra van Monter Kinderopvang voeren ieder jaar (in het kwartaal voorafgaand aan de verjaardag van het kind) een 20-minutengesprek met de ouders. In deze gesprekken komen naast het ‘welbevinden’ ook de persoonlijke interesses en ontwikkelingsbehoeften van een kind ter sprake. Kinderen zijn daarbij de bron van informatie. Het bespreken van objectieve observaties stelt ouders en medewerkers in staat zich een beeld te vormen hoe het kind zich thuis en in het kindercentrum voelt, gedraagt en ontwikkelt en maken het mogelijk op een open, niet-oordelende wijze te overleggen en te interpreteren. Uitwisseling van ervaringen in de omgang met het kind tussen de mentor en de ouders levert zo waardevolle informatie om het kind effectief en zorgvuldig te ondersteunen, zowel thuis als in de groep.